Fragmenten van de Vragensessies met de Grote Geleerden betreffende de Manhadj problemen in Nederland.
Vragen beantwoord door:
As-Shaych al-Allaamah Rabie’ ibn Haadie al-Madchalie in Mekka
en As-Shaych al-Allaamah 'Oebayd al-Djaaberie in Medienah
(Moge Allaah beide Shaych’s Genadig zijn en Beschermen)
Vragen beantwoord door:
As-Shaych al-Allaamah Rabie’ ibn Haadie al-Madchalie in Mekka
en As-Shaych al-Allaamah 'Oebayd al-Djaaberie in Medienah
(Moge Allaah beide Shaych’s Genadig zijn en Beschermen)
De vragensessie met Shaych al-Allaamah Rabie’ ibn Haadie al-Madchalie:
Fragment 1:
Shaych Rabie’ ibn Haadie al-Madchalie werd gevraagd:
“U weet over de problemen in Nederland aangaande Adnaan ‘Aroer en Ahmed Salaam, Mahmoed es-Shershaby en de rest van hun groep. Tussen hun en de Selefie broeders is er een probleem ontstaan, zoals u dat weet.”
De Shaych zegt: “Shershaby?”
De vraagsteller zegt: “Ja, Shershaby, de directeur van Stichting Tawheed in Nederland, Amsterdam, degenen die boeken verkopen van onder andere Sayyid Qoetb en Mohammed Qoetb en Saffar al-Hawali en Salmaan al Awdah enz enz.”
De Shaych zegt: “Iedereen? Al deze mensen?”
De vraagsteller zegt: “Ja, ...(woorden zijn niet verstaanbaar)... ‘Adnaan ‘Aroer en Ahmed Salaam. En u weet dat dit jaar nadat er een aantal broeders vannuit Saoedi-Arabië zijn gekomen om da’wah te maken in Nederland en daarna er achter zijn gekomen dat Mahmoed el-Shershaby een aantal ontsporingen heeft in zijn manhadj, (toen) hebben deze broeders dat duidelijk gemaakt nadat hij (Mahmoed es Shershaby) de andere broeders, de Nederlandse broeders, plusminus een jaar had onderwezen en de broeders daar dus bij hem hebben gestudeerd. En nadat deze broeders die dus gekomen waren vanuit Saoedi-Arabië hebben gezien dat deze Mahmoed es-Shershaby ontsporingen heeft in zijn manhadj wilden ze (en) zagen zij het als hun plicht om dat de broeders duidelijk te maken, en zagen zij het als hun plicht om duidelijk te maken dat es-Shershaby met niet-selefies om gaat enz.”
Toen zei de Shaych: “Is hij een Egyptenaar?”
De vraagsteller zegt: “Ja, hij is een Egyptenaar, en hij is de directeur van Stichting Tawheed die met Stichting al-Haramain1 werkt.”
De Shaych zegt: “Sorry, het centrum van Fawaaz2, hoe heet het?”
De vraagsteller zegt: “As-Soennah.”
De Shaych zegt als grapje: “O dus ze hebben de Tauwhied en de Soennah samen verdeeld?”
De vraagsteller zegt: “Aangaande deze problemen die u al kent yaa Shaych, hebben de broeders een aantal vragen (de broeders die dus met ons mee zijn gekomen en hier nu voor u zitten) want de broeders in Nederland (want waar het hier om gaat zijn de Nederlands sprekende broeders en natuurlijk ook de andere broeders, de Arabische broeders enzovoort) zijn namelijk in twee groepen opgesplitst. De eerste groep zegt: Wij studeren met Mahmoed es-Shershaby omdat hij alleen fiqh en ‘aqiedah onderwijst, zeggende dat hij wel een aantal bid’ah’s heeft, maar hij nodigt er niet naar uit. (Toch gaat hij door met mensen zoals Ahmed Salaam enzovoort enzovoort.) En de andere groep, die gaat dus niet meer naar de lessen van Mahmoed es-Shershaby omdat zij hebben gehoord dat hij ontsporingen heeft in zijn manhadj. Wij willen dus weten; hoe moeten wij de broeders adviseren? Moeten wij ze adviseren om door te gaan met deze man, of moeten wij ze adviseren met (dat zij) kennis bij hem op moeten doen, of moeten wij ze adviseren dat ze weg bij hem moeten te gaan en bij hem uit de buurt te blijven, wat moeten wij doen?”
De Shaych zegt: “Ik wil eerst een aantal dingen weten. Deze mensen heten Stichting el-Tawheed of Markez el-Tawheed?”
De vraagsteller zegt: “Ja, ze heten Stichting el-Tawheed, en werken met al-Haramain.”
De Shaych zegt: “En Soennah (de moskee in Den Haag), die van Fawaaz. Met wie werken die (samen)?”
De vraagsteller zegt: “Die werken voor wat ik weet, met (niet verstaanbaar) en nog wat andere mensen die we niet kennen.”
De Shaych zegt: “Krijgt hij ook geld van al-Haramain?”
De vraagsteller zegt: “Ik weet het niet, maar misschien dat Mahmoed hem af en toe een beetje bij spekt.”
De Shaych zegt: “Wat is Shershaby van Fawaaz?”
De vraagsteller zegt: “Een vriend.”
De Shaych zegt: “En Ahmed Salaam?”
De vraagsteller zegt: “Ook een vriend. Ze vormen samen zoals ze zeggen; het ‘Kennis comité Nederland.'' (Oftwel: ‘Islaamitisch Comité voor Ahloes Soennah in Europa’.)
Fragment 2:
De Shaych zegt: “Ik adviseer om geen les te nemen bij mensen zoals es Shershaby, en degenen die bekend staan dat ze de Selefie-Manhadj proberen te verwoesten en ‘diegenen die de manhadj bestrijden’ verdedigen en steunen. Deze mensen zijn niet te vertrouwen. En het is bekend dat de Selef zeiden: Deze kennis is Dien, kijk dus dan van wie je, je Dien aanneemt. Dus de Selefie broeders, die Allaah (Soebhaanahoe wa Ta’aala) leiding heeft gegeven, naar deze grote manhadj, die moeten Allaah danken, en blij zijn dat Allaah hen naar deze manhadj heeft geleid, en goed met deze manhadj omgaan en ...(woorden zijn niet verstaanbaar). Ik heb niet van één van de dwalende groepen gezien dat zij zo prefereren om de Selefies bij hun manhadj weg te halen als de Qoetbieyien en hun handlangers. Zij zijn de meest fanatieke mensen in deze tijd, in het weghalen van de Selefies van de authentieke manhadj. En zij zijn degenen die de jongeren proberen vast te binden op de manhadj van Sayyid Qoetb en zijn vrienden. Ik waarschuw jullie ten strengste voor deze oplichters, die zich zogenaamd Selefie noemen, zoals wolven in schaapskleding. Ze noemen zich zogenaamd Selefie, en zo belazeren ze de Selefies en lichten ze op om ze bij de waarheid vandaan te halen. En aangezien het beter voor de Selefies is om onwetend maar op de natuurlijke fitrah te blijven, dan om met deze mensen te studeren zodat ze daarna ‘wal Iyadoebillaah’ in al-Bid’ah doen belanden, en dat zij (de Qoetbieyien) ervoor zorgen dat ze (degenen die bij hen studeren) na verloop van tijd de Soennah gaan bestrijden. Weet, dat ze je stapsgewijs meenemen, totdat je een vijand wordt voor de Selefies. Dat is bekend, en zo zijn er al vele en vele weggehaald van deze manhadj, ik waarschuw jullie dus voor hen!”
Fragment 3:
De vraagsteller zegt: “Kunnen wij van mensen kennis nemen, mensen die niet gestudeerd hebben bij een Shaych, of mensen wiens manhadj niet goed is, kunnen wij les bij hen nemen of kunnen wij van hun boeken iets lezen?”
De Shaych zegt: “Nee, hoe kan dat? Dit is Dien, het gaat hier om Dien yaa Aghie! We moeten hier secuur zijn, want het is een grote verantwoordelijkheid voor Allaah (Soebhaanahoe wa Ta’aala).”
Fragment 4:
De Shaych wordt verteld dat nadat Adnaan ‘Aroer, Ahmed Salaam en es Shershaby werden weerlegd, deze persoon, deze Doe’aat (Mohammed aboe ‘Oebaydillaah Brinkman) ervan werd beschuldigd dat hij fitnah heeft gebracht in Nederland6, en dat hij een fitnah-maker is.
Zo worden alle Selefies door de gehele wereld ervan beschuldigd dat “zij” de fitnah naar hun land brengen. Zo werd er tijdens een conferentie in 2003 in London aan Shaych al-Andjaarie (Koeweit) gevraagd (in betekenis): “Er zijn mensen die zeggen dat wij de fitnah uit de Arabische wereld hier (Engeland) brengen, wat zegt u daarop?” Shaych al-Andjaarie veegde deze valse uitspraak van de kaart door te antwoorden met een retorische vraag: “Zijn er geen afdelingen van Hizb ut-Tahrier aanwezig dan? En van Ichwaan al-Moeslimien, en van die en die... (en de Shaych noemde een aantal dwalende groeperingen op)? Daarom... de fitnah is hier al aanwezig, (want deze dwalende groeperingen zijn juist de fitnah en de Selefies brengen de mensen verduidelijking)!”
Waarop de Shaych antwoordt: “Nee, zij zijn van Ahloel-Fitnah! Degene die uit Saoedi-Arabië komt die kan van Ahloel-Fitnah zijn maar het kan ook dat hij niet van Ahloel-Fitnah is, hij kan ook eerlijk zijn. Het is nu zo dat in deze tijd dat zij (de Qoetbies en de mensen die tegen manhadj as-Selefie werken) Ahloel-Soennah Ahloel-Fitnah noemen (de mensen van Ahloel Soennah zijn, die worden Ahloel-Fitnah door de Qoetbies genoemd) en zij noemen degene die dwalend zijn, die noemen ze Ahloel-Soennah (de Qoetbies noemen hen Ahloel-Soennah). Ze hebben alles omgedraaid.”
De vraagsteller zegt: “Het is zelfs zo dat ze mij, en onder andere Mahmoed es-Shershaby, die noemde mij fitnah-maker. Ik ben alleen maar gekomen voor fitnah.”
De Shaych zegt: “Wie de Qor’aan en de Soennaah tegen gaan, die zijn van Ahloel-Fitnah. Degene die de Bid’ah verspreiden, zij zijn van Ahloel-Fitnah! Niet degene die van Ahloel-Soennah zijn, zijn van Ahloel-Fitnah. Wie Sayyid Qoetb lief heeft, hij is van Ahloel-Fitnah! En wie Ahloel-Bid’ah verdedigt, hij is degene die van Ahloel-Fitnah is. En hun boeken verkoopt, dat zijn de mensen van Ahloel-Fitnah!”
Fragment 5:
De vraagsteller zegt: “Bepaalde mensen zeggen dat de mensen in Nederland, niet de Oelama kunnen vragen (als die Oelama bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië of in andere landen zitten) niet kunnen vragen over problemen die zich afspelen in Nederland.”
De Shaych zegt: “Nee, als er een probleem is in Nederland, dan móéten ze de Oelama gaan vragen.”
De vraagsteller zegt: “Ook al zijn deze Oelama in Saoedi-Arabië of in andere landen?”
De Shaych zegt: “Natuurlijk! Dit is één van de complotten van Adnaan ‘Aroer en zijn groep! Eenieder die in Europa of in Amerika enzovoort een probleem heeft over ‘aqiedah of ahkaam (regelgeving), die moeten de Oelama vragen. Zij zullen hem dan inshAllaah helpen en proberen zijn problemen op te lossen.”
Fragment 6:
De Shaych wordt verteld dat er een aantal mensen, die bij es-Shershaby enzovoort studeren, zeggen dat er geen echte geleerden meer zijn omdat zij niet in opstand komen tegen de regering. En dat het verplicht is (om in opstand te komen) en zij (daarom) niet echt van Ahloel-Soennaah zijn omdat zij de regeringen niet bestrijden.
De Shaych zegt: “De communisten en de Rafiedah (Shie’ieten), die bestrijden ook de regeringen, en de Joden en de Christenen bestrijden ook de regeringen zegt dat dan dat ze echte selefies zijn, zegt dat dan dat ze op de echte waarheid zitten, is dat dan de maatstaaf voor het weten of om te zien dat iemand op de waarheid is of niet? De Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) die draagt ons op om geduldig te zijn met de regeringen, ook al doen ze ons onrecht aan en ook al proberen ze onze spullen van ons af te pakken enzovoort. Hij heeft ons opgedragen om geduldig te zijn. En de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) die zei: Jullie weten dat het onrecht dat die mensen uitvoeren slecht is, maar ga niet met hun mee. De Sahaba zeiden: Wat moeten we dan doen? Hij zei: Gehoorzaam hen zolang zij de Salaat onderhouden of zolang ze de Salaat gebieden. En hij, Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem), droeg ons op, om niet de gerechtigden met geld van hun plek af te halen (de regering omver te werpen, coups te plegen enzovoort). Hij werd gevraagd: Als er nou regeringen komen die ons onze rechten verbieden, maar wel hun eigen rechten met geweld enzovoort nemen. Hij zei: Geef hen hun recht en Allaah zal ieder (bij Hem) zijn recht geven. De Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) heeft ons opgedragen om geduldig te zijn, en de bewijzen hiervoor zijn overduidelijk en zijn er heel veel in de Qor’aan en de Soennaah. Weet, dat het bestrijden van de regeringen voor verschrikkelijk grote problemen zorgt, en je ziet dat het is gebeurt, en de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) heeft ons gewaarschuwd. De manier waarop de regeringen in deze tijd met de moslims omgaan van hardheid, en dat mensen vermoord worden en opgesloten worden in de gevangenissen enzovoort. Dat komt allemaal door de Ichwaan al-Moeslimien en de Qoetbies, die de regeringen willen tegengaan, en de regeringen willen bestrijden. En deze regeringen die willen natuurlijk hun plek behouden, en daarvoor gaan ze keihard tegen diegenen die hen willen bestrijden in. En dit alles broeders, gebeurt met onwetendheid en begeerte, deze mensen die zomaar de regering bestrijden, doen dat uit onwetendheid, ze weten niet dat dit niet van de Soennah van de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) is, en ze volgen hun begeerten. Zij willen eigenlijk de plek van deze regeringsleider hebben, en daarom willen ze hem van zijn plek afschoppen. Dit zijn valse principes. De principes die deze mensen erop na houden, van het tegengaan van de regeringen, dit zijn valse principes. Dat zijn niet de principes van Ahloel-Soennah wal-Djamaa’ah. En zo zijn zij (Ichwaan al-Moeslimien en de Qoetbies enzovoort) de oorzaak ervan geweest van de verwoesting van de Islaam en de Moslims. Kijk wat er is gebeurd in Syrië, heb je gezien wat er is gebeurd in Algerije? Kijk naar Libië, Tunesië. Dit alles komt doordat de onwetenden, de gekken, zomaar deze regeringen gaan bestrijden, op een manier die niet volgens de weg van Ahloel-Soennaah wal-Djamaa’ah is. We moeten dus geduldig zijn. En ieder onderwijst zichzelf, en onderwijst zijn familie, en Allaah (soebhaanahoe wa ta’ala) zal inshAllaah de rest doen. Een goed nadenkend iemand van Ahloel-Soennah, mensen die daadwerkelijk van Ahloel-Soennah zijn, die dragen de mensen op om geduldig te zijn als de regeringen (hen) onrecht aandoen, en zij dragen hen niet op om onder het juk van de regeringen uit te lopen of om deze regeringen te bestrijden op de manier zoals hun dat uitleggen. Want het bestrijden van deze regeringen veroorzaakt alleen maar geweld en geweld. Zelfs Mozes (‘alayhie sallem) is opgedragen door Allaah om geduldig te zijn met de Farao. Terwijl de Farao de kinderen vermoordde en zich onzedelijk gedroeg met de vrouwen, en de mensen allemaal tot dienaren en slaven had gemaakt. En daarnaast zijn die mensen die opdragen om de regeringen te bestrijden... zij zijn degenen die van Ahloel-Bid’ah houden, en die Ahloel-Bid’ah verdedigen. Zij zijn degenen die Ahloel-Bid’ah verdedigen en hun boeken verkopen. Zij zijn specifieker dan de regeringen. De bid’ah van Sayyid Qoetb en Hassan al-Bannaa is specifieker dan de bid’ah van de regeringen. Deze bid’ah (die van Sayyid Qoetb en soortgenoten) verwoest de ‘aqiedah en verwoest de manhadj. De regeerder, wat heeft hij? Hij houdt alleen maar van de doenja en daarvoor wil hij de middelen van de mensen afpakken en die middelen bij elkaar verzamelen zodat hij heel veel doenja heeft. Maar het geloof van de mensen laat hij...”
Ibn al-Qayyim (rahiemehoellaah) heeft gezegd “Dit is een geweldig onderwerp en kennis erover kan heel gunstig zijn, maar dankzij de onwetendheid over dit onderwerp wordt er een grote fout gemaakt met betrekking tot de Sharie’ah…” vervolgens zei hij, na het aantonen dat de basis van de Sharie’ah gebouwd is op het welzijn en voordelen van de dienaren: “De Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) heeft voor zijn gemeenschap verplicht gesteld dat zij het kwaad af moeten wijzen, omdat via deze afwijzing het goede waar Allaah en zijn Boodschapper zo van houden wordt verwezenlijkt. En als het afwijzen van dat kwaad lijdt tot iets dat nog gruwelijker is en wat nog meer gehaat wordt door Allaah en zijn Boodschapper dan is het niet toegestaan het af te wijzen, ondanks dat Allaah het haat en diegene die de zonde begaat verafschuwt! En dat is ook het geval bij het afwijzen (inkaar) van het gezag van koningen en machthebbers en het rebelleren tegen hen (gewapende opstand etc.) want voorwaar, dat is de basis en het fundament van elk kwaad (sharr) en elke rampspoed (fitnah) tot het eind der tijden.” (Genomen uit: I’laam ul-Muwaqqi’een an Rabbil-'Aalamien)
De vraagsteller zegt: “Heeft u nog een laatste advies voor ons?”
De Shaych zegt: “Ik zie (ben van mening) dat iedereen van de moslims die Hiedjrah (Emigratie) naar zijn eigen land kan maken, dat hij moet gaan. Hij moet niet in de landen van de koefaar blijven. Want ik ben bang dat hem twijfel (shoeboehaat) zal overkomen, en ik ben bang dat hij beproefd zal worden, ik ben bang dat hem fitnah zal overkomen, en ik ben bang voor de schade die de koefaar hem eventueel aan kunnen doen. Want de koefaar die proberen hem altijd op te lichten en ze proberen hem weg te halen bij zijn geloof. Dus wie terug kan gaan naar zijn land die moet terug gaan. En als hij naar zijn land terug gaat dan moet hij ervoor zorgen dat hij de Oelama van Ahloel-Soennah zoekt, en alleen bij deze mensen de kennis gaat leren, de Oelama van de waarheid.”
De vraagsteller zegt: “En wie niet kan gaan?”
De Shaych zegt: “Hij vreest Allaah voor zover hij Hem kan vrezen. En neemt nooit lessen bij Ahloel-Bid’ah! Studeer niet bij Ahloel-Bid’ah! Het is beter om onwetend (djahiel) te blijven dan om bij hen kennis te gaan zoeken. Want Ahloel-Bid’ah die verwoesten de Religie, Ahloel-Bid’ah verwoesten jouw Dien. Ze geven je misschien iets (het lijkt alsof ze je iets van kennis geven) maar ze geven je een hele hoop andere dingen erbij (van hun bid’ah). En voor je het weet dan zit je dus in nog grotere problemen dan dat je al zat (eerst zat je in de problemen omdat je onwetend was, en vervolgens zit je in nog grotere problemen en dat is... al-Bid’ah!).”
De vragensessie met Shaych al-Allaamah 'Obayd al-Djaaberie:
Fragment 1:
De vraagsteller zegt: “Yaa Shaych, de broeders uit Nederland, degenen die al een tijdje bezig zijn met het zoeken naar kennis, zijn door omstandigheden in twee groepen gesplitst. Eén groep is met een stichting opgesplitst, deze stichting heet Stichting el-Tawheed, welke onder leiding staat van een man genaamd Mahmoed as-Shershaby.”
De Shaych zegt: “Ik ken hem niet.”
De vraagsteller zegt: “Hij is een Egyptenaar, en deze man onderhoudt sterke banden met een man die u al kent, genaamd Ahmed Salaam.”
De Shaych zegt: “Ehoedhoebillaah!”
De vraagsteller zegt: “En ook Adnaan ‘Aroer.”
De Shaych zegt: “Oew.”
De vraagsteller zegt: “U weet dat deze twee ook in Nederland werken aan hun Da’wah. Nu is deze man, degene van hun kliekje die de Nederlandse moslims in het Nederlands aanspreekt (de moslims die de Arabische taal niet kennen). Jammer genoeg hebben deze broeders niemand van de Selefyien die hen kan onderwijzen (en dat is natuurlijk behalve Boeshta) in hun eigen taal. We hebben dus geen goed onderlegde verkondigers in Nederland.”
De Shaych zegt: “Hebben jullie hier studenten op de Universiteit?”
De vraagsteller zegt: “Ja.”
De Shaych zegt: “Selefyien?”
De vraagsteller zegt: “InshAllaah.”
De Shaych zegt: “Dan zal Allaah jullie via hen helpen. Zij leren jullie de Soennah inshAllaah. Zij onderwijzen hun familie.”
De vraagsteller zegt: “Maar ze zijn jammer genoeg niet naar Nederland terug gekeerd.”
De Shaych zegt: “Ze keren inshAllaah in de vakanties terug.”
Een andere vraagsteller wijst naar de vraagsteller en zegt: “Hij studeert op Dar-Al-Hadieth.”
De Shaych zegt: “Al-Medaniyah?”
De vraagsteller zegt: “Nee, al-Chayrieyah in Mekka.”
De Shaych zegt: “Onder alle omstandigheden, ik heb jullie advies gegeven, we moeten ons niet verwonderen om benamingen. Hoeveel benamingen zijn er wel niet? Terwijl ze inhoudelijk niets voorstellen, ze zijn niets van betekenis. Sommige zijn zelfs dwalend en doen dwalen. Deze stichting moet, aan de hand van wat jij mij hebt genoemd over zijn leidinggevenden, voor gewaarschuwd worden. Deze stichting is niet stichting at-Tauwhied (wat betekend éénheid), het is niet de stichting van de éénheid. Nee, het is de stichting van de verdeeldheid, stichting al-Bid’ah! Zolang Ahmed Salaam (Aboe Soehaib), Adnaan ‘Aroer en hun kornuiten hoofd zijn van deze stichting, verwacht dan nóóit iets goeds van deze stichting.”
Fragment 2:
De Shaych zegt: “Ik zeg tegen jullie, deze zaak doet mij denken aan een uitspraak van Al-Fadl ibn Moehelhel (rahiemehoellaah). Hij zei: “Als iemand van Ahloel-Bid’ah vanaf het begin je over zijn bid’ah verteld, of je hier naar uitnodigt, dan zou je bij hem weg blijven en hem nooit meer willen ontmoeten. Maar wat hij doet (als je bij hem zit) is je over de Soennah vertellen, en zo brengt hij zijn bid’ah bij jou binnen. Misschien blijft deze bid’ah dan in je hart plakken en gaat er dan nooit meer uit.” Dit doen vele mensen. Ze laten de mensen emotioneel met hen betrokken zijn, en ontroeren hen, en ze versieren hun uitspraken met mooie praatjes, en maken deze praatjes lekker met iets van de Soennah. Daarna stoppen zij beetje bij beetje hun bid’ah bij deze mensen naar binnen. Hij trekt deze mensen aan, en verzamelt hen rond zichzelf. Als hij dan volledige macht over hen heeft, brengt hij ze waar hij maar wil, en leert hij ze al-Bid’ah (toevoegingen en innovaties). Ik waarschuw dus mijn Hollandse broeders en anderen, voor dit soort mensen. En denk niet dat iemand van Ahloel-Bid’ah, als eerste begint te praten over zijn bid’ah, dit is onmogelijk. Wat hij doet is je leugenachtig en schijnheilig, stapsgewijs een Soennah geven. Het kan zelfs zo zijn, dat hij dit maanden achter elkaar doet, en daarna als hij je in zijn macht heeft, en je vertrouwen heeft gewonnen, (dan) leert hij je al-Bid’ah terwijl hij over de Soennah spreekt! Zij zijn degenen die de waarheid met de leugen vermengen, en de dwalingen zo brengen alsof het leiding is. Pas dus op voor hen! Wees gewaarschuwd! Ahmed Salaam is een Qoetbie (i.e. Takfirie)! Adnaan ‘Aroer is een Qoetbie!”
Ibn Mas’oed (radiallaahoe `anhoe) heeft gezegd: “Voorwaar een man gaat om en loopt met degene van wie hij houdt en degenen die net zoals hem zijn!” (Al-Iebaanah van Ibn Battah 2/476)
0 reacties:
Een reactie posten